Een familienaam uit Amsterdam en Drenthe
De naam Kellij (Kelly) klinkt niet Nederlands. Ik vroeg me af waar de oorsprong binnen Nederland ligt van deze familienaam. In (o.a.) Drenthe kom je deze tegenwoordig tegen.
Voorkind
Op 30 oktober 1785 werd in Amsterdam Michiel (ook Machiel) geboren, waarin de volgende akte iets verteld wordt over de omstandigheden.
Hierboven staat de volgende tekst:
Pro Deo
No 4.
Heeden den 4e Maart 1788 compareerden voor mij Ferdinand Samuel Korff, Notaris te Amsteldam, bij den Hove van Holland geadmitteerd.
Aaltje Helden huisvrouw van hendrik Höltjes, En
Catharina Hendriks, als meid dienende bij de heer Coenraad Wersch.
Getuigen van genoegzaame ouderdom en wonende binnen deeze Stad, de eerst op de Schans tusschen de leidsche en Weterings Poorten, en de tweede op de Heeren Gragt bij de kerk de Zon.
Dewelke ter requilitie van Sophia Schoppen mede binnen dezze Stad wonende, en ten behoeven dan deselve en van diegenen welke zulks verder eenigzints zoude mogen aangaan. Voor de Waarheid hebben getuigd en verklaard zo als de Requirante ten deezen meede compareerende heeft geaffirmeerd: Eerstelijks verklaarden zij Getuige voorts Dat zij de requirante in deezen wel te kennen Getuige, zo als deselve dit alleen verklaard, zeer wel weet dat de Requirante in deezen in de Midde van de Maand October 1785 en wel op een Zaturdag wanneer dezelve uit haare Dienst was gegaan, zoals zij affirmante dit alsmeede affirmeerd, is gekoomen bij haar eerste Getuige met verzoek om aan haar affirmante eene Nagt herberg te verleenen, het welk zo als zij tweede Getuige verklaard is zij affirmante affirmeerd aan haar is toegestaan geworden.
Dat den volgende dag, zijnde Zondag bij haar Eerste Getuige aan huis is gekoomen Hendrik Giesing zijnde een Tuinier en wonende aan den Overtoom, met desselfs huisvrouw, als wanneer deselve aan haar tweede Getuige heeft gezegd, dat de Requirante in deezen bij hun zoude logeeren ten tijd en wijlen toe, dat de Requirante in deezen zoude zijn bevallen, wanneer ook de Requirante zoals dezelve zulx meede affirmeerd, met gemelde Hendrik Giesing en desselfs huisvrouw is van haar af en heengegaan, en zo als zij affirmante affirmeerd van het huis van de tweede Getuige is gegaan na den overtoom en is in het huis van hem Hendrik Giesing.
Dat zij Affirmante, zo als zij dit affirmeerd bij deselve hendrik Giesings is blijven in wooenden tot den 29 October 1785 uit hoofde der geweezen geschillen met denzelve Hendrik Giesing, van daarzelven heeft geabsenteerd en zij vervoegt bij de eerste Getuige, met instantie an haar een Nagt herberg te vergunnen terwijl zij vermits het reeds avond was geworden den volgende morgen een Slaapsteede op te zoeken.
[[kantlijn] Een welken tusschen tijd, zoals zij twede Getuige dit nu weder verklaard de requirante eens met de huisvrou van gemelde Hendrik Giesings bij haar eerste Getuige aan huis is geweest . Dat zij requirante en affirmante zig vervolgens opgemelde 29 October 1785.
Dat zij Eerste Getuige zo als zij dit nu meede verklaard, aan haar Requirante heeft toegestaan dien avond en Nagt bij haar te huis vesten, zij requirante, zo als zij 1e Getui.e dit alsmede verklaard. Dat dien zelven Zaturdag avond zijnde geweest den 29 October 1785 onpasselijk is geworden zij eerste Getuige gescholveerd om de vroedvrouw te gaan haalen, vermits eerste Getuige toescheen dat de Requirante in deezen in zulke omstandigheeden verkeerde, waarbij de adsistentie van de Vroeds Vrouw kenden te passe koomen.
Dat zij verklarende zij eerste Getuige al wijders dat de Requirante in deezen denzelven Nagt ten Een uuren is bevallen van een welgeschaapen Zoon, waarvan de Requirante in barends nood zijnde, ten aanhooren van de Vroed Vrouw Maria Meijer en haar eerste Getuige heeft opgegeven Vader te zijn Michael Kellij, zijnde, zoals zij eerste en tweede Getuigen, gelijk die dit meede verklaard, geinformeerd, dat dezelve Michael Kellij is een zeevarend Perzoon.
Verklaarende zij eerstes Getuige al wijders dat de Requireante in deezen zoals deselve dit meede affirmeerd bij haar Eerste Getuige den Kraam heeft uitgeleegen en omstreeks vier weeken bij haar heeft te huis geweest.
Geevende zij Getuigen en zij Requirante en affirmante voor Reeden van wetenschap, al het zelve te hebben gehoord, gezien verrigt ondervonden en bijgewoond, en wijders als in den Tekst
Bereid zijnde hun gedeposeerde en geaffirmeerde, een ijder voor zigh der gereg dicteerd wordende met Solemneden Eede te bevestigen.
Gepasseerd binnen Amsteldam voorschreeven in Praesentie van Joan Arnoud Fredrik Korff en Jan Fredrik Koch als Getuige
[getekend] J.A.F. Korff dit merk X is gesteld door Aaltje Helders
J.F. Koch dit merk is ge X steld door Catharina Hendriksz
Ferd. S. Korff Sophnia Schoppen
Notaris
Wij Burgermeesteren en Regeerders der Stad Amsterdam doen Cond een IJgelijk dient behoord Certificeerende voor de waarheijd dat voor ons gecompereert zijn Aaltje Helders Huisvrouw van Hendrik Holltjes en Catharina Hendriks en hebben bij solemnede Eede ter requisitie van Sopia Schoppen die ten deeze meede Compareerende affirmeerd getuijgd en verklaard voorenstaande verklaaring hun door de ondergesch: Secretaris Voorgeleezen waarheijd te zijn daarbij te persisteeren, zo waarlijk moest hun deposante en hem affirmant God Almagtig helpen. Dest oorconde deezer steede zegel ter zaake hieronder gebruikt
In Amsterdam den 5e Maart 1788
Geteekende P S Dedel (?)
–
Michiel ontving de doop op 2 november 1785 van Ds Hutzenbecher.
Trouwbeloftes
Vreemd keek ik op toen ik de naam van Michiel (of Machiel, de voornaam wisselt) tegenkwam bij de (doorgehaalde) inschrijving van een huwelijk met Anna Bielager in 1788.
Er staat erboven en in de kantlijn geschreven:
Den 7 Maart 1788
Ter Versoeke van Marigen Schoppen werd het tweede gebodt van Machiel Kellij op schrift Per Order de Heeren Nuulman van de Roll en … Commissarissen den 14 Maart 1788
Deeze Neevenstaande persoonen hebben malkanderen vrijwillig ontslagen volgens acte voor den Notaris Mr Johannes Klinkhamer in data 3 Maij 1788 dus werde hunne Gebooden geroyeert per ordre
De Edele achtsaame Heeren Mailman & Bosboom den 9 Maij 1788
Betrof de trouwinschrijving 14 Maart 1788 van Machiel Kellie, van Hanover, Rooms oud 32 Jaren in de Spinkhuijssteeg, oud’s dood, geadm. Met Barend Borgman, op de Braak
En
Anna Bieliager van Rijne in Munsterland Rooms wed van Dirk Keteler op de fluwele burgwal
Op 3 mei 1788 werd zelfs nog een testament opgemaakt door Michiel Kellij en Anna Bijlager:
Hier boven staat geschreven:
Yder der Testanten verklaarden op het passeeren deze beneeden de f 2000:-:- gegoed te zijn. En is in deze geen fideicommis vervat No 364
Testament van twee Persoonen
In dato 3 Maij 1788
Op den Derden Maij van den Jaare Zeventienhonderd Acht en tachtig, zijnde Zaturdag des voormiddags, de Klokke omtrent halv tien Uuren, Compareerden voor mij Nathanaël Wilthuijzen, Notaris, bij den Hove van Holland ge-admitteerd, ’t Amsterdam Resideerende, in presentie van de nagenoemde Getuigen.
Den Heer Michiel Kellij
thans gelogeert binnen deze Stad, ten huise van de heer Nicolaas Sibbern in de Spinhuissteeg; en Juffrouw Anna Bijlager wedue den heer Dirk Ketelaar; woonende in de armsteeg alhier, beide gesond van Lichaam en hun verstand, memorie en uit spraak wel hebbende en gebruikende en declareerden met Elkanderen te zijn geconenieert en overeengekomen, omme met elkanderen aan te gaan een wettig huwelijk, Zo dra den Comparant van zijne reise die hij vooreneemens is in dienst van de oostindische Compagnier ter kamere dezer Stad, als Luitenant met t schip ’t Zeepaart te doen, weder hier te lande zal zijn gearriveert, en daar omme bij deesen te maaken hun Testament laatste en uiterste wille, op volgende wijse:
Eerst en voor al verklaarden de testanten te herroepen en te vernietigen alle testamenten, codicillen en van deze Actens, kragt van uitterste wille hebbende, bij hun voor deesen te zamen, met iemand anders, of elk in het bij sonder gemaakt, geteekent, of gepasseert, niet willende dat eenige der selver, eenige de minste kracht of Effect sorteeren zullen, maar begeerende dat deesen allen zal stand grijpen.
En dien volgend op nieuws komende ter dispositie, zo verklaarden d’Eerst, stervende der Testanten, den langst leevenden van hen , ’t zij voor ofte na de voltrekking van hun huwelijk, te noemen en te stellen tot zijn ofte haar eenige en algeheele Erfgenaam ofte Erfgenaame, en dat in al het geene de Eerste stervende niet er doord zal ontruimen en nalaten, niets daar van hoe ook genaamd, en waar ter plaatse ook gelegen uit gesondert; Institueerende hunne wettige natelatene kind of kinderen, tot des Eerst stervendens mede Erfgenaam of Erfgenamen, edoch niet verder nog anders dan in de naakte en bloote legitime Portie, deselve naar Scherpheid van Rechten in des Eerst stervenden nalanteschap competeerende, en bij voor overleiden van een of meerder van deselve, als dan des of der sodanige wettige descendent of descendenten bij Plaats vullingen.
Voorts committeert en stelt d’Eerst stervende den langstlevenden ini allen gevallen tot Executeur of Executiele van dit hun Testament tot voogd of voogdesse over hunne in Echt te verwekkende natelatene minderjaarige kind of kinderen, en administrateur of administratrice der zelver goederen, gevende en verleendende alle zodanige ampele magt, last en gestach, als na rechten vereischt, gegeven of verleend kan of mach werden; als mede macht om iemand tot zig te neemen of bij overleiden aan te stellen; mitsgaders om in cas van hertrouwen, zodanige twee manspersoonen te verkiezen en aan te stellen, als van des langst leevendens wel gevallen zijn zal, om ten overstaan van de selve, ten behoeve van de minderjaarige kind of kinderen bewijs te doen ten beloope van der selver legitime portie, welk bewijs onder den langst levende, geduurende de minderjaarigheid van hunne kind of kinderen, zal moeten blijven berusten, om de kind of kinderen voor de vrugten van dien op te voeden, zonder gehouden te zijn daar voor eenige cautie of verzeekering te stellen. Alles met eerbiedige uitsluitinge van de Ed: Achtbaare Heeren weesmeesteren en weeskamer deser Stad, en van allen andere steeden en plaatsen, daar zij Testanten zullen komen te overleiden of hunne goederen bevonden worden en voorts van alle anderen, die sig eenig gesag of bewind zoude konnen of willen aanmatigen
Maar soo bij aldien de Eerst stervende der testanten, zonder kind, kinderen ofte verdere descendent of descendenten uit hun aanstaand huwelijk te verwekken en in ’t leeven natelaten mogte komen te overleiden, als dan en in dat geval en anders niet verklaarde de eerst stervende des zelvs moeder, in dien die dan noch leeft tot zijn ofte haare meede Erfgenaame, te noemen en te stellen, doch niet verder noch anders, dan in de naakte en bloote legitime portie, de selve naar scherpheid van Rechten, in des Eerst stervendens nalatenschap competeerende.
Het geene voorschreeve is, verklaarden de Testanten, (nadat het aan hen, door mij notaris, in ’t bij zijn van de natenoemene Getuigen duidelijk was voorgeleezen, en door hun zo zij betuigden, verstaan zijnde) te weesen hun lieder Testament laatste en uitterste wille, door hen uit eigener beweging al zo ge-ordoneert; begeerende dat het zelve na hun overleiden zal worden achtervolgt en nagekomen, het zij als een volkomen testament, ten minsten als Codicil, of zo het zelve naar Rechten best zal kunnen en mogen bestaan.
Gepasseert te Amsteldam, op dato als Vooren ten Comptoire van mij Notaris, ter presentie van Adrianus Christoffel Brooshooft en Clemens de Graaf, als Getuigen hier toe verzogt.
Michl Kelly
Dit merk X is gesteld bij de Testarice, dewelke
verklaarde niet te konnen schrijven.
A C Brooshooft
C Graaff
N Wilthuijzen notaris
Wie was deze Marigen Schoppen? Was het Sophia Schoppen, die ook wel Maria Sophia Schoppen werd genoemd en later, op 15 augustus 1788 in ondertrouw ging met Machiel Kellij?
Ik vond de ondertrouwinschrijving van Michiel Kellij en Sophia Schoppen in Amsterdam op 15 augustus 1788.
Waar is vader?
Al snel bleek dat moeder Sophia het niet makkelijk had.
De tekst van het bovenvermelde document is als volgt:
No. 252
Verklaring
Op heeden den derden December des jaars zeeventien honderd en acht en tachtig Compareerden voor mij Ferdinand Samuel Korff, Notaris te Amsterdam, bij den Hove van Hollanf geadmitteerd.
3e Decbr 1788.
Chirstiaan Stondenberg en Mietje Wiedouw
Getuigen van genoegzaamen ouderdom en binnen de Stad de eerste in de Gouwenaarsteegh op de nieuwendijk en de tweede op de agterburgwal bj de Klimop steegh wonende.
Dewelke bij deeesen tot liefde den waarheid en ter requisitie van Sophia Schoppen getrouwd met Machiel Kellij, mede alhier op de baangragt bij de Gouwbloemstraat wonende, hebben getuigd en verklaard dat zij Getuigen zeerwel weeten, dat deselve Machiel Kellij in den Maand Maij deeses Jaars met het schip Zeepaard, in qualiteit als onderstuurman in dienst van de Edele Oost Indische Compagnie ter Kamer alhier uijtgevaaren, is de egtman van de Requirante in deesen.
Dat de Requirante het Kind, genaamd Machiel Kellij, ruim drie Jaaren oude bij den voornoemden haaren man aan haar verwekt in ’t leeven en ter haaren lasten in hebbende, alsmeede dat de requirante in eene Eerlijke en oppassende vrouw staande ter goeder naam en faam, en dat zij zig ook zodanig gedraagd in haaren handel en wandel zo meede in de opvoeding van haar eevengenoemde Kind, en dat dezelve in alle opzigten benodigd is onderstand van eevengemelde haare man, terwijl deselve buiten staat is, voor zigh en haar kind de koste te kunnen verdienen.
Geevende zij Getuigen voor Reedenen van Wetenschap hun gedosseerde zeer wel te weeten en bereid te zijn, hetzelves met solemneelen Eede te sterken.
Gepasseerd binnen Amsterdam in voorschreeven en Praesentie van Jacob Adriaan Kessler en Hendrik Kempe Junior als Getuigen.
Christian Stondenberg
Mietie wiedouw
J:A:Kessler
H. Kemps Junior
Ferd. S. Korff
Naar het oosten
Ik kwam Sophia Schoppen later tegen in het oosten van het land, in Broekhuizen en Meppel o.a. Helaas heb ik de reden van het vertrek niet kunnen achterhalen, misschien dacht ze hier meer geluk te vinden of wou ze de grote stad en het verleden ontvluchten. Wie zal het zeggen?
In Meppel werd op 1 augustus 1798 Jakob Coenraad Japin gedoopt, een “onegt kind” van Maria Sophia Schoppens.
Jakob (ook Jacob) Japin heeft zich bekommerd om moeder en zoon, zoals later ook bleek uit de huwelijksinschrijving van Jakob C.
Jacob Japin heeft zijn “zoon” niet groot zien worden, Jacob sr is begraven op 23 februari 1802 in Ruinerwold.
Maria overlijdt op 25 januari 1826 in Zwolle, de overlijdensaangifte wordt onder ander door haar zoon Jacob Coenraad gedaan.
Groot aantal nakomelingen
Michiel en Sophia hebben veel nakomelingen gehad:
Bronnen:
– www.wiewaswie.nl
– www.delpher.nl
– https://archief.amsterdam
Geneatine 