Torenwachtersfunctie op de Martinitoren in Groningen
Jan Sjoerts is begonnen als brandwacht 1ste klasse bij de brandweer, later was hij de koetsier bij deze dienst. Later is hij meer dan 30 jaar de hoogste ingezetene van de stad geweest, vooral in de nachtelijke uren. Rond 22.00 uur beklom hij de 227 treden van de toren en hield tot circa 6.00 uur de wacht over de stad in een klein kamertje, vlak boven de (destijds) blauwe wijzerplaat, op circa 50 meter hoogte. Hier kon hij vier keer tien minuten per uur knutselen. Hij zaagde schilderijen van hout uit en beeldhouwde deze later. Elk kwartier blies hij vier keer op zijn trompet om te melden dat het veilig was. Soms vroor de trompet, bij strenge vorst, vast aan zijn lippen. Daarnaast beklom hij gemiddeld 3 keer per dag de toren om bezoekers te begeleiden.

Bij brand in Groningen waarschuwde hij de brandweer, in eerste instantie via een spreekbuis. Hij meldde zich elke avond via de spreekbuis bij aanvang van zijn werk. “Ben present, hoor!”, was er dan steevast te horen. In de ochtend meldde hij zich weer af. Als hij rook zag vloog hij naar de spreekbuis, later de telefoon, en werd de brandweer ingelicht.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was er bijna niet aan petroleum te komen, iets wat hij nodig had voor zijn lantaarn. Kort na de oorlog werd er elektrisch licht aangelegd in zijn kamertje. De spreekbuis is vervangen door een telefonische verbinding.
Jan Koop werd op 1 november 1931 eervol ontslag verleend, zijn rustige pensioen jaren begonnen.

Hij woonde na zijn pensioen in de Turfstraat op nr 4, een klein huisje vlakbij de Martinitoren, tezamen met zijn dochter Gebina. Hij had een afzonderlijke werkkamer, waar hij na zijn pensioen knutselde. In de tuin achter het huis had hij van oude gasbuizen een fonteinenstelsel gemaakt, met verschillende spuitende beeldjes (zoals Manneke Pis). Ook een waterval ontbrak niet. Naast kippen en duiven was hij verder druk met bloemen en planten, vooral bijzondere. In 1935 werd hij ontving hij de zilveren eremedaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau. Hij heeft 18 jaar van zijn pensioen mogen genieten. Jan Koop had 11 kleinkinderen.

De trompet is op de schoorsteenmantel van het kantoor van de brandweercommandant terecht gekomen, nadat hij een tijdlang in de requisietenbergplaats van de Stadsschouwburg heeft gelegen.
Ouderlijk gezin Jan Koop Sjoerts
Jan werd geboren als één na jongste kind van Meindert Meinderts Sjoerts en Geesjen van Sluizen, die getrouwd zijn in Groningen op 11 november 1832.
Hun gezin bestond uit (allen geboren en overleden in Groningen, tenzij anders vermeld):
1 Hindrik, geb. 13-02-1834, ovl. 10-05-1870, tr. Hillechien Wichers
2 Jan, geb. 30-03-1836, ovl. 22-12-1873 (arbeider), tr. Klaasje Olefs van der Werff
3 Neeltje, geb. 18-09-1837, ovl. 18-09-1895, tr. Gerhard Pieter de Witt
4 Meindert, geb. 10-02-1840, ovl. 29-01-1864 (apothekersknecht), ongehuwd
5 Klaas, geb. 25-11-1841, ovl. 11-02-1897 (veedrijver), tr. Hiltje Hindrik Timmer
6 Martinus, geb. 19-09-1843, ovl. 06-06-1862, ongehuwd
7 Aaldrik, geb. 23-08-1846, ovl. 01-05-1886 Rozenburg, tr Margrieta van der Wal
8 Metje, geb. 12-08-1848, ovl. 11-01-1875, tr. Christoffer Harm Welbergen
9 Jan, geb. 14-10-1850, ovl. 06-01-1851
10 Geesjen, geb. 07-09-1852, ovl. 10-10-1853
11 Jan Koop, geb. 23-09-1854, ovl. 14-02-1941 (torenwachter)
12 Albertus, geb. 11-04-1857, ovl. 24-05-1858
Twee opmerkelijke feiten: alle kinderen hebben één voornaam en allen zijn overleden in de 19e eeuw, behalve Jan Koop.

Jan Koop en Riemkje Sjoerts – Koenes
Op 9 mei 1875 trouwen in Groningen Jan Koop en zijn geliefde Riemkje. Zij is geboren op 10 juni 1847 in Groningen en was daarmee 7 jaar ouder dan Jan.
Hun kinderen waren (allen geboren en overleden in Groningen, tenzij anders vermeld):
1 Gesina, geb. 18-01-1878, ovl. 20-01-1958 in Assen, tr. Reinje La Hei (schoenmaker)
op 10 mei 1906 in Groningen, ovl. 08-04-1937 in Haren. Zij kregen 4 kinderen: Anje
(1907), Jan Koop (1908), Riemkje (1912) en Jan (1913).
2. Hillechien, geb. 28-02-1879, ovl. 17-10-1958 Haren, tr. Harmannus Jozephus de
Vries (kleermaker/suppoost), geb. 19-07-1878, ovl. 17-10-1950. Zij kregen 5
kinderen: Wessel (1903), Jan Koop (1904), Riemkje (1906), Christina Gebina Jantina
(1911) en Gebina (1917).
3 Gebina, geb. 27-09-1881 ovl. 02-07-1959, ongehuwd.
4 Neeltje, geb. 28-04-1883, ovl. 13-11-1922, tr. Johannes Roffel (arbeider) op
01-11-1915. Johannes overleed op 25-07-1916. Zij kregen geen kinderen.
5 Jan Koop, agent van politie, geb. 02-01-1886, ovl. 03-02-1967, tr. 15-07-1909 met
Grietje Jacoba Holwerda, ovl. 13-07-1958. Zij krijgen 2 kinderen: Rensina Frederika
(1910) en Jan Koop (1914)
6 Jantina Meinderdina, geb. 11-06-1889, ovl. 13-03-1891
Bronnen:
– http://www.allegroningers.nl
– http://www.delpher.nl
– http://www.wikipedia.nl
– http://www.alledrenten.nl
Mooi verhaal! Alleen… Ik heb me altijd geërgerd dat er van Jan Koop Sjoerds zo veel te vinden is, terwijl er van mijn overgrootvader Hendrik Spanjer niets terug te vinden is. Hendrik Spanjer was de voorganger van Jan Koop Sjoerds en heeft menig avontuur beleefd. Je kunt de logboeken van de brandweer waaronder de torenwachter viel, nog inzien in het archief. Maar goed, het is mijn irritatie over de ongelijkheid en niet over je stukje. Die is top!
LikeLike
Wat een interessante geschiedenis over Jan Sjoerts. Leuk om te lezen 🙂
LikeLike